I am Her
Oppad
transformerend sculptuur | 2024
Daar zit ze dan, midden in het veen. Ik vind het moeilijk om haar los te laten. Kwetsbaar, zo zomaar in de openbare ruimte. Er kriebelen miertjes en andere beestjes over haar heen.
Vanaf 8 mei staat I am Her langs het Oppad, een wandelpad van Natuurmonumenten in Kortenhoef (tussen wandelpunt 9 en de Kortenhoefsedijk). Vroeger liepen de inwoners uit ’s-Graveland op zondag over dit pad naar de kerk van Kortenhoef.
Het werk is gemaakt van ongebakken klei. Afhankelijk van het weer, ‘smelt’ het langzaam weg en wordt de klei opgenomen in de aarde.
De overtocht van t Soete Zod waar mijn atelier is, naar haar plek aan de andere kant van het oude dorp ging goed. Ook spannend wel weer. Joke, Jan Jaap en Remco maakten – en sleepten – het mee. En ook journalist Els die kwam kijken, trok rijplaten mee voort door het gras. Het was aan het einde even puzzelen hoe we haar van de pallet konden trekken.
Nu zit ze daar en mag ze langzaam opgaan in de natuur.
De volgende dag ga ik aan het einde van de middag even kijken. Er zitten veel meer grote scheuren in het beeld dan door de zon te verklaren. Haar voeten zijn afgebroken en haar hoofd staat los op haar romp. Op haar schouder plakken grassprietjes, alsof ze op haar rug gelegen heeft. Verwonderd en geschrokken loop ik naar huis. Daar besluit ik vrijwel meteen om weer terug te gaan met klei en gereedschap om haar weer een beetje bij te werken.
Als ik daar mee bezig ben, komen er twee buurvrouwen langs. Ze vertellen me dat I am Her in de ochtend na haar eerste nacht achterover in stukken lag. De buurman die haar vond heeft een tweede buur gehaald en samen hebben ze haar weer in-en-op elkaar gezet. Dat moet best zwaar werk geweest zijn.
‘Er zijn allerlei krachten in het dorp’ vertrouwt iemand mij toe. Dat is waar, alles wijst er op dat ze omver is geduwd. Gelukkig zijn er ook heel liefdevolle krachten die haar direct hebben hersteld. Doordat het beeld in stukken was, gaat het verval sneller dan ik dacht. Steeds als er iets afvalt, een arm of een hand, wordt dat stuk ook weer door iemand teruggezet. En dan valt het weer, enzovoort.
Na twee weken mag ik in De Oude School (ons dorpshuis) na een vergadering iets vertellen over mijn werk. De zaal zit vol dorpsgenoten. Het is spannend om zo zichtbaar te worden in mijn eigen leefomgeving. Voorafgaand komt er een mevrouw op me toelopen. ‘Ik heb gisteren bloemen bij haar neergelegd’ zei ze. Dat geeft me moed en lucht.
Het was een mooie bijeenkomst. Ik vertelde over mijn reis van het eerste Magdalena-beeld tot I am Her nu. De mannen die haar omgegooid vonden, vertellen hoe ze haar weer overeind zetten en daarbij per ongeluk het hoofd lostrokken. Regelmatige wandelaars op het Oppad vertellen over hoe ze het vergaan van haar dagelijks volgen en ervaren. Iemand vertelt indringend hoe het beeld hem deed denken aan een verwarde vrouw die hij jaren geleden tegenkwam op ongeveer dezelfde plek. We speculeren over het hoofd dat ver weg ligt van het lijf. Het blijft een raadsel wat er gebeurde die eerste nachten en waarom.
De volgende dag ga ik weer kijken bij haar en zie de bloemen liggen in haar schoot.
Als ik weer een paar weken later ga kijken is er van het beeld alleen een bergje klei en stro over. Twee meter verderop ligt de klei en het stro dat het hoofd geweest is. Het lijkt op een nestje, er ligt een eierschaal in.
In samenwerking met: