Onderzoek naar rechtop staan | Asjera

jul 18, 2020 | a Goddess Prayer

Sinds het begin van dit jaar werk ik aan een zelfportret in de geest van Asjera. Er wordt vermoed dat Asjera ooit een paar vormde met Jaweh, god uit het oude testament en dat zij samen werden vereerd. Er zijn in de Sinaï woestijn vele beeldjes gevonden van haar. Ze wordt voorgesteld als een paal, zuil, pilaar of ‘heilige boom’. Ze wordt geassocieerd met vruchtbaarheid. Toen ik deze beeldjes voor het eerst zag voelde ze ‘onnatuurlijk’ aan, mannelijk, recht, een beetje afstotelijk zelfs. Zo gewend ben ik aan de pose’s van vrouwen die als ze staan hun heupen kantelen om hun vrouwelijkheid te benadrukken. Toch intrigeerde zij me ook, zoals ze haar borsten vasthoudt en aan lijkt te bieden.

Toen ik zelf in die houding ging staan voelde ik eerst ongemak en gene. Alsof ik iets deed wat niet mag, mijn borsten zo presenteren aan de wereld. Nu ik vaker zo sta, mezelf gebruikend als model om na te boetseren, kan ik steeds meer de krachtige beweging voelen in deze pose. Mieke Koldewee, danser en coach, vertelde me eens dat rechtop stilstaan meer energie van het lichaam vraagt dan welke beweging dan ook. Die kracht voel ik in Asjera. Ze staat rechtop in een enorme krachtige beweging. En in het vastpakken van mijn borsten voel ik tegelijkertijd een beweging die mijzelf draagt en bevestigt, als een beweging die uitreikt en geeft.

Tijdens het boetseren heb ik haar driemaal weer helemaal afgebroken, omdat de beweging van het staan in het beeld net niet goed was. Het zit in de hoe de borstkas zich net een beetje naar boven opricht en opent. En hoe het hele bovenlijf iets overhelt naar voren waardoor de benen een fractie scheef staan. Nu ze eindelijk staat als Asjera ben ik begonnen met de details. Veel meer deuken, bobbels glooiingen en hellingen ontdek ik in mijn lichaam dan ik wist dat ik had. En met elke deuk of heuvel lijkt mijn beeld een beetje meer tot leven te komen. Zo’n spannende fase is dit, de scheppende fase, waarin alles langzaam op zijn plaats valt. In mijn hoofd kinkt steeds een zin uit een liedje van Herman van Veen dat bij ons thuis vroeger veel werd gedraaid. Deze zin is al vele jaren dichtbij als ik in deze wordingsfase van het werk ben. Pas onlangs ontdekte ik dat dit een regel is uit Genesis. ‘De dingen werden licht en kregen namen’.

Opeens was er een gesprek

Opeens was er een gesprek.

Dit Hemelvaartweekend hield ik Open Atelier. Ik schilderde een grote witte cirkel op de grond, zette Gaia – l’Origine du monde in het midden en legde er kussens om heen. Toen ik donderdagochtend de laatste hand legde aan de inrichting, waren er al best veel mensen op het terrein. Daardoor ontstond het idee om de tentoonstelling te openen.

Ik nodigde iedereen uit om rond Gaia te komen zitten. Schutterend kwamen ze dichterbij. Toen las ik de tekst voor van Inge Vrij die ze schreef over wat ze voelde toen ze het beeld voor het eerst zag. Daarna vroeg ik aan iedereen om ook iets te schrijven en ook iets voor te lezen. Een kwetsbare uitwisseling werd het. Het verdere weekend nodigde ik steeds kleine groepjes bezoekers uit in de kring rond Gaia.

En zo ontstaan er kleine, maar bijzondere gesprekken:
Iemand vraagt zich af waarom het beeld zo schokkend is. Er wordt schaamte uitgesproken. Een jonge vrouw deelt een vroege herinnering over hoe ze als klein meisje gemaand werd om ‘netjes te zitten met de benen bij elkaar’. Een man vertelt over hoe geschokt hij was toen hij ontdekte dat een aantal Somalische meiden met wie hij werkt, zelf graag besneden wilden worden. Een vrouw kijkt verwonderd naar de bollende buik die vrij hangt en waar Gaia naar lijkt te glimlachen. Een man benoemd met tranen in zijn ogen de disbalans tussen het mannelijke en vrouwelijke. Iemand zegt met een grote glimlach, ‘we zijn gebroken en heel, we mogen zijn die we zijn’.

Stil ben ik er van, en dankbaar.

Lees meer

Pin It on Pinterest

Share This